Welkom op mijn pagina. Even voorstellen, ik ben Hester den Ruijter, hoogleraar hart- en vaatziekten bij vrouwen. Mijn doel is om kennis uit experimenteel onderzoek te vertalen naar de patiënt.
Mijn team werkt aan de diagnose van hartaandoeningen bij vrouwen. De meeste beschikbare diagnostiek voor hartziekten is getest bij mannen en direct vertaald naar vrouwen. Tegenwoordig worden we ons er steeds meer van bewust dat testen gedaan bij mannen niet altijd hartaandoeningen bij vrouwen opsporen. Er zijn interessante sekseverschillen in de pathofysiologie van hartaandoeningen die kunnen verklaren waarom diagnostische tests die bij mannen zijn ontwikkeld, er niet in slagen om hartaandoeningen bij vrouwen op te sporen. Daarom is het mijn doel om nieuwe biomarkers en methodologieën te verkrijgen die de diagnose van hartaandoeningen bij vrouwen vergemakkelijken, en om te begrijpen waarom deze sekseverschillen optreden.
Meer over het onderzoek van mijn team vind je via de PubMed-knop.
Eric Boersma is verbonden aan het Thoraxcentrum van het Erasmus MC en is hoofd van de onderzoeksunit Klinische Epidemiologie en van het Trialbureau Cardiologie. Zijn expertise en onderzoeksinteresse ligt op het gebied van epidemiologie, methodologie en statistiek.
Meer over het onderzoek van mijn team vind je via de PubMed-knop.
Welkom op mijn pagina. Even voorstellen, ik ben Hester den Ruijter, hoogleraar hart- en vaatziekten bij vrouwen. Mijn doel is om kennis uit experimenteel onderzoek te vertalen naar de patiënt.
Mijn team werkt aan de diagnose van hartaandoeningen bij vrouwen. De meeste beschikbare diagnostiek voor hartziekten is getest bij mannen en direct vertaald naar vrouwen. Tegenwoordig worden we ons er steeds meer van bewust dat testen gedaan bij mannen niet altijd hartaandoeningen bij vrouwen opsporen. Er zijn interessante sekseverschillen in de pathofysiologie van hartaandoeningen die kunnen verklaren waarom diagnostische tests die bij mannen zijn ontwikkeld, er niet in slagen om hartaandoeningen bij vrouwen op te sporen. Daarom is het mijn doel om nieuwe biomarkers en methodologieën te verkrijgen die de diagnose van hartaandoeningen bij vrouwen vergemakkelijken, en om te begrijpen waarom deze sekseverschillen optreden.
Meer over het onderzoek van mijn team vind je via de PubMed-knop.
Eric Boersma is verbonden aan het Thoraxcentrum van het Erasmus MC en is hoofd van de onderzoeksunit Klinische Epidemiologie en van het Trialbureau Cardiologie. Zijn expertise en onderzoeksinteresse ligt op het gebied van epidemiologie, methodologie en statistiek.
Meer over het onderzoek van mijn team vind je via de PubMed-knop.
Niels van Royen is afdelingshoofd van de afdeling Cardiologie in het Radboudumc in Nijmegen. Hij specialiseert zich in interventiecardiologie en werkt vooral met patiënten met coronaire hartziekten en hartklepafwijkingen.
Erasmus MC-gynaecoloog Bas van Rijn en zijn team kweken mini-placenta’s in het laboratorium. Zo hopen ze erachter te komen waarom een baby in de baarmoeder soms niet goed groeit en wat daaraan te doen is.
Dr. Saskia de Jager is universitair hoofddocent, gespecialiseerd in cardiovasculaire immunologie, biomarkers en preklinische modellen.
Het aantal patiënten met hartfalen (HF) zal de komende decennia naar verwachting exponentieel toenemen en aangezien de behandeling van HF momenteel vooral gebaseerd is op symptoombestrijding, is er duidelijk behoefte aan nieuwe geneesmiddelen. De missie van mijn onderzoek is het identificeren van nieuwe therapeutische doelwitten voor de behandeling van hartfalen, met specifieke nadruk op het richten van het immuunsysteem. Een van de eiwitten waarin ik bijzonder geïnteresseerd ben is GDF15. GDF15 is een bewezen prognostische biomarker voor hart- en vaatziekten en met mijn team werken we momenteel aan het vaststellen van de oorzakelijke rol en mogelijke therapeutische interventie van GDF15 bij hartfalen (CVON Reconnect). Verder hebben we onlangs aangetoond dat algemene IgG1-antilichaamtiters verhoogd zijn bij patiënten met diastolische disfunctie en verder toenemen met de progressie van de ziekte. Wij onderzoeken momenteel epitopenprofielen (die mogelijk een biomarkerfunctie hebben) en streven ernaar de causale rol van deze auto-antilichamen bij HF vast te stellen.
Welkom op mijn pagina. Even voorstellen, ik ben Jeanine Roeters van Lennep, internist vasculaire geneeskunde en universitair hoofddocent aan het Erasmus MC. Mijn doel is om hart- en vaatziekten te voorkomen door tijdige diagnose en behandeling van populaties met een verhoogd risico.
Ik combineer patiëntenzorg en onderzoek met een focus op populaties die een verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van vroegtijdige hart- en vaatziekten vanwege erfelijke factoren, zoals erfelijke dyslipidemie, en vrouwspecifieke risicofactoren, zoals hypertensieve zwangerschapsziekte.
De levensloop van vrouwen kent unieke kenmerken zoals de menstruatiecyclus, zwangerschap en borstvoeding en de menopauze. Traditioneel werd hiermee geen rekening gehouden bij cardiovasculair onderzoek of patiëntenzorg. Mijn doel is om het effect van deze vrouwspecifieke factoren in cardiovasculair risicomanagement te bestuderen en de opgedane kennis te integreren in de kliniek.
Welkom!
Ik ben Frans Rutten, huisarts en hoogleraar Hart- en vaatziekten in de eerste lijn.
Mijn doel is om klinisch relevant onderzoek te doen. Uitgangspunt voor onderzoek is de patiënt met symptomen die wijzen op hart- en vaatziekten. Mijn focus ligt op predictieonderzoek dat de patiëntenzorg van de huisarts in de praktijk kan helpen verbeteren.
Mijn team werkt aan de diagnose, prognose en therapie van hart- en vaatziekten en de preventie ervan door cardiovasculair risicomanagement en risicostratificatie. De meeste ziekten worden als eerste gediagnosticeerd in de eerstelijnszorg en adequate doorverwijzing naar de specialist, b.v. cardioloog, is ontzettend belangrijk. Daarnaast is de huisarts belangrijk voor coöperatieve zorg met ziekenhuisspecialisten en levert hij palliatieve zorg aan huis. Optimalisatie van zorgoverdracht van en naar het ziekenhuis, patiëntveiligheid en innovatie van zorgtrajecten voor patiënten met hart- en vaatziekten is een ander thema van ons team.
Ons doel is het verbeteren van de behandeling van zowel vrouwen als mannen met (suggestieve symptomen van) hart- en vaatziekten en mensen met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten, met name in de eerstelijnszorg.
Klik voor meer informatie over het onderzoek van mijn team op de PubMed-knop.
Welkom op mijn pagina. Mijn naam is Niels Riksen, hoogleraar vasculaire geneeskunde aan het Radboudumc in Nijmegen. Mijn onderzoek is gericht op de rol van het aangeboren immuunsysteem bij atherosclerotische hart- en vaatziekten met als uiteindelijk doel de individuele risicovoorspelling en preventie/behandeling van patiënten met deze ziekten te verbeteren.
Sinds 2010 ben ik arts (internist) gespecialiseerd in vasculaire geneeskunde in het Radboudumc in Nijmegen, waar ik patiënten behandel met hart- en vaatziekten of ernstige risicofactoren voor hart- en vaatziekten, zoals hypertensie of dyslipidemie. In mijn onderzoeksgroep zitten artsen, maar ook biologen, biomedische onderzoekers en bioinformatici. Samen doen we vertaalonderzoek naar de rol van herprogrammering van aangeboren immuuncellen bij de ontwikkeling van atherosclerotische hart- en vaatziekten. Onze belangrijkste bijdrage aan het veld in de afgelopen vijf jaar is het concept dat aangeboren immuungeheugen ('getrainde immuniteit') bijdraagt aan atherogenese.
Ik ben Sabine Oertelt-Prigione en het is mijn doel ervoor te zorgen dat er altijd rekening wordt gehouden met sekse en gender tijdens het onderzoek en de klinische processen, evenals bij activiteiten op het gebied van de volksgezondheid.
Samen met mijn teams in Nederland en Duitsland proberen we drie essentiële doelen te bereiken. Ten eerste proberen we iedereen – van de patiënten tot onze studenten, collega’s en organisaties – bewust te maken van de rol van sekse en gender in de geneeskunde. We hopen dat door de kennis te verspreiden, de toepassing gemakkelijker en gebruikelijker wordt.
Ten tweede werken we samen met collega's in veel verschillende disciplines van de geneeskunde om beter te begrijpen wat wel en niet werkt op het gebied van sekse- en gendersensitieve werkwijzen. Hier proberen we goede werkwijzen te identificeren evenals de hindernissen die tijdige opnames van patiënten in de weg staan.
Ten slotte werken we samen met organisaties en diverse belanghebbenden om de algehele onderzoeksomgeving en de bijbehorende regels te veranderen om de innovatie van sekse- en gendergevoelige geneeskunde mogelijk te maken. Alleen een meer diverse en open onderzoekscultuur zal in staat zijn om tegemoet te komen aan de diversiteit van patiënten en hen te zien als volwaardige partners in het zorgproces.
Ik ben Yolande Appelman, assistent professor cardiologie en werkzaam in het AmsterdamUMC als interventiecardioloog met als aandachtsgebied hart- en vaatziekten bij vrouwen. In mijn werk als interventiecardioloog viel mij op dat vrouwen heel vaak klachten hadden maar geen coronaire obstructie vertoonden op het angiogram. Deze zogenaamde genderparadox was de start van mijn onderzoek op het gebied van coronaire vasomotorische disfunctie (vasospasme en microvasculaire disfunctie), het gebruik van invasieve coronaire metingen en vergelijking met andere beeldvormende technieken. Mijn doel is de relatie tussen hartklachten en coronaire vasomotorische disfunctie beter te begrijpen en de onderliggende verschillende pathofysiologische mechanismen bij vrouwen en mannen te ontrafelen. Maar ook om de deelname van vrouwen aan klinische studies te vergroten om de wetenschappelijke relevantie van studieresultaten voor vrouwen te verbeteren.
Ik ben cardioloog bij het Hart- en Vatencentrum van het Maastricht UMC+. Mijn focus binnen de cardiologie ligt op onderwerp hartfalen, met speciale belangstelling voor hartfalen met behouden ejectiefractie (HFpEF). Na een postdoctoraal fellowship in het Alfred Hospital in Melbourne, Australië, keerde ik in 2013 terug naar de afdeling cardiologie van het Maastricht UMC+ en startte mijn huidige onderzoek naar HFpEF. Mijn werk is in gelijke mate gericht op klinische zorg en onderzoek, maar omvat ook onderwijs aan de medische faculteit van de Universiteit Maastricht.
Mijn huidige werk is gericht op het ontwerpen van een geslachtsspecifiek prognostisch model voor hartfalen en het ontrafelen van onderliggende geslachtsverschillen in de pathofysiologie van HFpEF, met speciale aandacht voor microvasculaire disfunctie in HFpEF en ischemieIschemie is een verminderde bloedvoorziening naar organen of weefsels met als gevolg een tekort aan zuurstof en voedingsstoffen Meer met niet-obstructieve kransslagaders (INOCAKlachten van pijn op de borst zonder vernauwingen in de kransslagaders worden ook wel INOCA genoemd. Dit staat voor Ischemia and No Obstructive Coronary Artery Disease. Meer).
Ik ben als cardioloog verbonden aan het Cardiologie Centrum Utrecht. Mijn expertise is cardiale beeldvorming en preventie. In mijn werk besteed ik veel aandacht aan lifestyle coaching. Naast onderzoek en behandeling besteed ik veel tijd aan het samenstellen van informatie voor patiënten. Dat heeft onder andere geresulteerd in het online programma CLIC ((Cardiovasculaire Leefstijl Interventie Coach). Het doel van CLIC is u bewust te maken van uw leefstijl en u te helpen om gezonder te gaan leven.
Tim van de Hoef is interventie cardioloog bij het Universitair Medisch Centrum in Utrecht.
Arts-epidemioloog Maryam Kavousi van het Erasmus MC in Rotterdam onderzoekt genderverschillen op het gebied van hartkwalen en stofwisseling. Zo heeft ze bijgedragen aan de ontwikkeling van internationale richtlijnen voor het voorspellen van hart- en vaatziekten bij vrouwen en bij mannen.
Ook is Kavousi medeontwikkelaar van de Nederlandse leidraad voor de behandeling van bloedvataandoeningen. Als geëmigreerde vrouwelijke wetenschapper maakt ze zich hard voor inclusiviteit in de wetenschap. Zo vraagt Kavousi aandacht voor genderverschillen in zowel onderzoek als onderwijs als in de gezondheidszorg. Bij De Jonge Akademie wil ze zich inzetten onder andere voor steun aan (gevluchte) nieuwkomers in de wetenschap en voor de vertegenwoordiging van diverse bevolkingsgroepen in de onderzoekswereld.
Sanne Peters is universitair hoofddocent epidemiologie en wereldgezondheid aan het Julius Center for Health Sciences and Primary Care. Zij heeft een gezamenlijke aanstelling als Associate Professor aan The George Institute for Global Health, University of New South Wales en als Senior Lecturer, Faculty of Medicine, Imperial College London.
Haar onderzoek richt zich op sekseverschillen in hart- en vaatziekten. Met behulp van grote databases wil ze betrouwbaar kwantificeren waar die verschillen bestaan en de onderliggende genetische, biologische of gedragsfactoren identificeren. Een ander belangrijk deel van haar onderzoek is erop gericht ervoor te zorgen dat sekse en gender, evenals andere aspecten van diversiteit, routinematig in aanmerking worden genomen en gelijkwaardig vertegenwoordigd zijn in onderzoek en innovatie.
Dr. Peters' onderzoek is ondersteund door verschillende prestigieuze beurzen en fellowships, waaronder een 1-jarig Niels Stensen Fellowship (2012), een 4-jarig strategic skills development fellowship van de UK Medical Research Council (2017) en een 5-jarig Vidi fellowship van de Dutch Research Council (2021). Ze is een World Heart Federation Emerging Leader.
Ze is Speciality Chief Editor voor 'Sex and Gender Differences in Disease' in het tijdschrift Frontiers in Global Women's Health en Associate Editor bij BMJ Global Health. Ze is kernlid van de Population Science and Public Health Section van de European Association of Preventive Cardiology. Ook is zij lid van de UMCU-Young Academy.
Mijn onderzoek richt zich op het begrijpen van de ongelijkheden in cardiovasculaire en metabole gezondheid tussen bevolkingssubgroepen gedefinieerd naar etniciteit, sociaal-economische positie, woonplaats, geslacht/gender en hun kruispunten. Dit omvat observationele studies gericht op het beschrijven van het optreden van gezondheidsongelijkheden, bijvoorbeeld verschillen tussen etnische groepen in type 2 diabetes incidentie, sociaal-economische gradiënten in plotselinge hartstilstand of genderverschillen in cardiovasculair ziekterisico. Daarnaast omvat deze lijn observationele en interventiestudies die gericht zijn op het onderzoeken van de milieu-, gedrags- en metabolische determinanten van deze ongelijkheden. Dit zal ons helpen begrijpen hoe het "sociale" overgaat in het "biologische", d.w.z. hoe de manier waarop de maatschappij is georganiseerd en de sociale omgeving waarin wij leven onze gezondheid beïnvloedt. De werkzaamheden zullen bijdragen tot de bredere wetenschappelijke gebieden van volksgezondheid en cardiovasculaire epidemiologie, en gegevens opleveren voor volksgezondheids- en klinische aanbevelingen ter verbetering van de cardiovasculaire gezondheid, met name voor sociaal achtergestelde mensen.
Hoi! Ik ben Caïa Crooijmans, sinds eind 2022 promovenda in het Radboudumc en betrokken bij IMPRESS. Verder ben ik in opleiding tot Cardioloog. Ik doe onderzoek naar het functioneren van de grote en kleine bloedvaten rond het hart. Bij vrouwen blijken hartklachten vaker dan bij mannen veroorzaakt te worden door verkramping van de van de vaten rond het hart, of een afwijkende functie van de allerkleinste bloedvaatjes. Dat kunnen we sinds een aantal jaar onderzoeken met een zogenoemde coronaire functietest. Omdat dit onderzoek in steeds meer ziekenhuizen in Nederland mogelijk is, is een landelijke registratie opgezet. Hierin vragen we patiënten of we de uitslagen van hun testen mogen verzamelen, en versturen we vragenlijsten over de klachten die ze ervaren en hun medicatie-/zorggebruik voor en na de test. Met gegevens van deze grote groep en aanvullende onderzoeken naar verschillende behandelingen voor deze aandoening hopen we de meest geschikte therapie voor deze patiënten te kunnen vinden.
Dr. Saskia Haitjema (1988) is assistent-hoogleraar bij het Centraal Diagnostisch Laboratorium en hoofd van de Utrechtse Patiëntgerichte Database (UPOD). Zij studeerde Geneeskunde en Taalkunde aan de Universiteit Utrecht en promoveerde in 2017 op Experimentele cardiologie. Tijdens haar promotie onderzocht ze sekseverschillen in atherosclerotische hart- en vaatziekten met behulp van grote datasets, als een eerste stap in precision medicine.
Haar huidige onderzoek richt zich op het verbeteren van diagnostiek met behulp van data analytics om de gezondheidszorg verder te personaliseren. Ze werkt samen in multidisciplinaire teams om diagnostische problemen binnen en buiten het UMC Utrecht aan te pakken, specifiek met behulp van een unieke set van routine hematologie kenmerken. Het verwerken van routine zorggegevens tot betekenisvolle data om waarde te creëren met behulp van de lerende zorgsysteem aanpak is een van de hoekstenen van haar lab.
Dr. Haitjema richt zich op het actief verbinden van datawetenschappers, zorgprofessionals en onderzoekers en heeft in het UMC Utrecht een levendige data science community opgericht in de SIG Clinical Data Applications van het Focus Area Applied Data Science van de Universiteit Utrecht. Ze is betrokken bij strategische bijeenkomsten en expertpanels over digitale gezondheid binnen en buiten het UMC Utrecht. Met het Nederlandse ministerie van Volksgezondheid ontwikkelt ze momenteel een AI-ontwikkelingsinstrument voor de gezondheidszorg, inclusief wetgeving en state-of-the-art praktijken.
Taiève Stoops werkt als projectmanager voor het IMPRESS-consortium en ondersteunt o.a. bij budgetbeheer, het talentenprogramma en communicatie met de Hartstichting.
Haar biomedische achtergrond heeft ze verkregen tijdens de studie Biology of disease (MSc) en Biomedische Wetenschappen (BSc) aan de Universiteit Utrecht. Vanuit het Netherlands Heart Institute doet ze het projectmanagement van verschillende cardiovasculaire onderzoeksprojecten in de universitair medisch centra in Nederland.
Anne Grace Stegeman is in juli 2022 gestart als Communicatieadviseur bij de DCVA en ontfermt zich ook over de communicatiewerkzaamheden binnen IMPRESS.
Anne Grace behaalde haar Bachelor Journalistiek aan Hogeschool Windesheim en voltooide haar master Communicatiewetenschap aan de Universiteit Twente. Na het afronden van haar studies vervolgde ze haar carrière in non-profit organisaties in Nederland (Gezondheidsfondsen voor Rookvrij) en in Australië (Spinal Cord Injuries Australia). Tijdens haar vorige functies ontwikkelde ze een grote interesse in preventieve gezondheidszorg en het bijbehorende campagnemanagement.
Welkom op mijn pagina. Ik zal me even voorstellen, ik ben Charlotte Onland-Moret, universitair hoofddocent Moleculaire Epidemiologie. Mijn onderzoek richt zich op specifieke risicofactoren voor vrouwen en mijn doel is om vrouw-specifieke hart- en vaatziekten beter te begrijpen.
Vrouw-specifieke risicofactoren, zoals de leeftijd waarop een vrouw voor het eerst menstrueert, zwangerschap, complicaties tijdens de zwangerschap en de leeftijd waarop een vrouw in de menopauze komt, beïnvloeden allemaal haar risico op hart- en vaatziekten. Maar we weten niet hoe dit werkt. Vrouwelijke en mannelijke geslachtshormonen, oestrogeen en testosteron, kunnen een rol spelen, maar het bewijs is tegenstrijdig. Inzicht in hoe deze gebeurtenissen in het leven van een vrouw leiden tot hart- en vaatziekten helpt bij het vinden van biomarkers voor vroegtijdige opsporing van ziekte bij vrouwen, maar ook bij het vinden van behandelingen die vrouwen kunnen helpen. Daarom is mijn doel de causale mechanismen te vinden die deze factoren verbinden met de ziekte bij vrouwen. Ook wil ik vroege biomarkers identificeren die de diagnose van hartziekten bij vrouwen vergemakkelijken.
Als universitair hoofddocent begeleid ik de studenten, promovendi en beginnende wetenschappers in het team. Als epidemioloog help ik bij het ontwerp, de analyse en de interpretatie van de studies die in het team worden uitgevoerd.
Mijn naam is Esmee Bovee en ik studeer geneeskunde aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Ik zit momenteel in het laatste jaar van de master en loop dus voornamelijk coschappen in het ziekenhuis. Aan het begin van mijn master heb ik een wetenschappelijke stage in de cardiologie gedaan. Ik deed onderzoek naar het cardiovasculaire risico bij vrouwen die zwangerschapsvergiftiging hebben doorgemaakt. Na deze stage ben ik bij het Netherlands Heart Institute gekomen om mee te werken aan wetenschappelijke projecten.
Ruben Coronel studeerde geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam (MD in 1981) en promoveerde in 1988. Dr. Coronel was Professeur invité aan de Universiteit van Bordeaux (Frankrijk), universitair hoofddocent aan het Hartcentrum en hoofdonderzoeker van de groep Experimentele Cardiologie (ECGEen ECG is een hartfilmpje dat de elektrische signalen van het hart in een grafiek weergeeft. Meer) van het Academisch Medisch Centrum (Amsterdam). De groep houdt zich bezig met onderzoek naar mechanismen van hartritmestoornissen en de modulatie daarvan (dieet, autonoom, farmacologisch en genetisch).
Dr. Coronel was redacteur van Cardiovascular Research van 1995-2005, hoofdredacteur van Medical and Biological Engineering and Computing en gespecialiseerd hoofdredacteur van Frontiers in Cardiac Electrophysiology. Hij heeft ongeveer 300 onderzoekspapers en boekhoofdstukken gepubliceerd. Een bijgewerkte publicatielijst is te vinden op: www.ruben-coronel.nl
Graag stel ik me voor: mijn naam is Astrid Schut, directeur van de WCN, en al weer 30 jaar actief in klinisch onderzoek. In die jaren is me altijd opgevallen dat er minder vrouwen deelnemen aan klinische trials, en we dus onze kennis over behandeling vooral baseren op data uit mannen. Omdat mannen en vrouwen biologisch zo verschillend zijn is dat niet optimaal. Iedereen heeft ideeën waar dat aan kan liggen, maar om hier echt iets aan te veranderen moeten we eerst het probleem echt snappen. Binnen IMPRESS gaan we dat doen, met een mooi team van betrokken experts. Het onderzoekersnetwerk WCN, met circa 60 perifere ziekenhuizen als lid, includeert jaarlijks zo’n 2000 patiënten in geneesmiddelen onderzoek. We zetten ons netwerk, onze data en expertise graag in om dit probleem niet alleen beter te begrijpen, maar vervolgens ook te veranderen.
Dr. Tobias N. Bonten is als huisarts-epidemioloog en assistant professor verbonden aan de afdeling Public Health & Eerstelijns Geneeskunde van het LUMC en Nationaal eHealth Living Lab. Hij werkt daarnaast als huisarts in Katwijk. Zijn expertise ligt op het gebied van innovatieve onderzoeksmethoden voor eHealth, big-data analyse en hart- en vaatziekten in de eerste lijn. Hij schreef voor het NFU een toolkit dataverzameling met apps en eHealth. Momenteel begeleid hij 8 promovendi, die onder meer onderzoek doen naar monitoring van eHealth technologie met big-data technieken. In dat kader onderzocht hij ook de impact van Thuisarts.nl op de zorgconsumptie in de eerste lijn. Dit onderzoek genereerde landelijke aandacht en ondersteunde de verdere ontwikkeling van Thuisarts.nl als patiënten versie van NHG richtlijnen. Hij is projectleider van 3 ZonMw Doelmatigheidsprojecten over leefstijl, chronotherapie en diagnostiek van pijn op de borst in de huisartsenpraktijk.
Ralf Harskamp is huisarts in Amsterdam Zuidoost en senior onderzoeker verbonden aan het Amsterdam UMC. Zijn werk richt zich op de vroege opsporing en diagnostiek van hart-en-vaatziekten in de huisartsenpraktijk. Voor zijn academische werkzaamheden wordt hij ondersteund door ZonMw subsidies, de Hartstichting (Dekkerbeurs) en eerder ook middels een Rubicon-beurs van NWO. In het IMPRESS project is hij co-promotor van Bryn Hummel, die onderzoek doet om hartklachten bij vrouwen (alsook t.o.v. mannen) in de populatie beter te duiden in een multi-etnische context.
Dr. Paula Mommersteeg is universitair docent medische en klinische psychologie bij Tilburg University.
Ze combineert onderwijs over biologische psychologie en psychofarmacologie voor psychologie studenten met wetenschappelijk onderzoek. Haar onderzoek richt zich op de relatie tussen psychologische klachten en stress, en het ontwikkelen en verergeren van hart- en vaatziekten. Met name hartziekten zonder duidelijke vernauwingen van de kransslagaders, zoals coronaire vaatdysfunctie, en vrouw-man verschillen bij hartziekten hebben haar interesse. Binnen het IMPRESS consortium is ze betrokken bij projecten die zich richten op het verbeteren van de zorg voor patiënten die bij de huisarts komen met klachten van pijn op de borst.
Peter Damman (1981, Amsterdam) is interventiecardioloog met een sterke focus op onderzoek. Hij voltooide zijn studie geneeskunde, promotie in de cardiologie en opleiding tot cardioloog in het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam. Sinds de start van zijn promotie in Amsterdam is zijn belangrijkste onderzoeksfocus coronaire hartziekten. In zijn promotiejaren richtte hij zich op obstructieve coronaire hartziekte in de vorm van acuut coronair syndroom en coronaire stenting. Tijdens zijn promotie werkte hij in het gerenommeerde Uppsala Clinical Research Center om zijn kennis en onderzoeksvaardigheden op het gebied van antiplatelet therapie bij acuut coronair syndroom te vergroten.
Na zijn promotiewerk voltooide hij zijn opleiding tot klinisch cardioloog in Amsterdam. Daarnaast was hij voorzitter van de werkgroep Acuut Coronair Syndroom van de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie. Om zijn kennis over intracoronaire beeldvorming te verbreden, deed hij een onderzoeksstage in het Massachusetts General Hospital / Harvard medical school. Na afronding van de cardiologieopleiding voltooide hij zijn interventiecardiologie fellowship in het Radboud universitair medisch centrum, en bleef hij werkzaam als interventiecardioloog. In het Radboudumc richtte hij zich op intracoronaire fysiologie en beeldvorming bij patiënten met ischemieIschemie is een verminderde bloedvoorziening naar organen of weefsels met als gevolg een tekort aan zuurstof en voedingsstoffen Meer en niet-obstructieve coronaire hartziekte (INOCAKlachten van pijn op de borst zonder vernauwingen in de kransslagaders worden ook wel INOCA genoemd. Dit staat voor Ischemia and No Obstructive Coronary Artery Disease. Meer). Dit heeft geleid tot een nationaal samenwerkingsverband, NL-CFT, ondersteund door IMPRESS, dat een middel biedt om onderzoek te doen en de kwaliteit van CFT te controleren. Damman heeft meer dan 100 artikelen gepubliceerd over obstructieve en niet-obstructieve coronaire hartziekte.
Joan Meeder studeerde vier jaar psychologie (kandidaatsexamen in 1982) voordat hij met de studie Geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen kon starten. In 1991 kon hij in het Academisch Ziekenhuis te Groningen, zowel aan de opleiding tot cardioloog, als het schrijven van een proefschrift beginnen. De verdediging van zijn thesis (Titel: Myocardial perfusion imaging in coronary microvascular disorders: studies with positron emission tomography) en zijn registratie als cardioloog vonden beide in 1997 plaats. Sindsdien is hij als staflid Cardiologie werkzaam in VieCuri. In VieCuri heeft hij de volgende aandachtsgebieden: opleiding (B-opleider Cardiologie), imaging (nucleaire cardiologie, cardiale MRI, coronair CT, coronair angiografie), ritme (atrium fibrilleren, pacing), acute cardiologie en bestuurstaken.
Ken Redekop, Ph.D. is universitair hoofddocent aan het Institute for Medical Technology Assessment, Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij is klinisch epidemioloog met meer dan 20 jaar ervaring in observationeel onderzoek, analyse van klinische proeven en evaluatie van medische technologie en auteur van meer dan 100 artikelen in de medische literatuur. Huidige studies omvatten kosteneffectiviteitsanalyses in een vroeg stadium van medische apparatuur en tests, economische evaluaties op basis van RCT's, economische evaluaties in het Diagnostics Assessment-programma van het National Institute for Health and Clinical Excellence (NICE, VK) en uitkomstenonderzoeken om de effectiviteit en kosteneffectiviteit van dure geneesmiddelen in de dagelijkse praktijk te bepalen. De meeste studies hebben betrekking op diabetes, hart- en vaatziekten en kanker, en de meeste omvatten modellering en synthese van bewijsmateriaal.
Welkom op mijn pagina. Mijn naam is Bryn Hummel, en ik ben PhD kandidaat aan het Amsterdam UMC (locatie AMC), waar ik werk bij de afdeling sociale- en arbeidsgeneeskunde, specifiek de sectie Etniciteit, Gender en Gezondheid. Ik werk aan het Diversify IMPRESS project, waarbinnen ik zowel kwalitatieve als kwantitatieve studies doe naar sekse-, gender-, etnische-, en sociaaleconomische verschillen in de zorg voor mensen met hart- en vaatziekten. Binnen dit onderzoek hou ik bijvoorbeeld interviews met vrouwen en mannen van verschillende etnische groepen, naar hun ervaringen met de eerstelijnszorg voor hart- en vaatziekten. Door middel van dit onderzoek, wil ik bijdragen aan het verkleinen van verschillen in de gezondheid tussen vrouwen en mannen, en tussen verschillende etnische en sociaaleconomische groepen.
Welkom op mijn pagina. Mijn naam is Julianne van Oortmerssen en ik ben promovendus bij de afdelingen Cardiologie en Epidemiologie van het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam. Mijn onderzoek richt zich op de epidemiologie van hart- en vaatziekten en metabole ziekten, met een speciale interesse in sekseverschillen. Mijn huidige projecten zijn gericht op preventie van hart- en vaatziekten na pre-eclampsie en risicofactoren voor niet herkend myocardinfarct. Met mijn onderzoek hoop ik bij te dragen aan meer kennis over preventie van cardiometabole ziekten en aan een beter begrip van sekseverschillen in hart- en vaatziekten.
Foto gemaakt door Esther Morren.
Sanne Mourmans is promovenda bij de afdeling cardiologie van de Universiteit Maastricht onder begeleiding van dr. Vanessa van Empel, dr. Christian Knackstedt en dr. Etto Eringa.
Sanne Mourmans behaalde haar bachelor en master geneeskunde aan de Universiteit Maastricht. Ze werkte op de afdeling cardiologie van het Zuyderland MC in Heerlen als arts voordat ze in maart 2021 aan haar promotietraject begon.
Tijdens haar promotietraject heeft ze ervaring opgedaan met beeldvormende technieken om microvasculaire disfunctie te evalueren en richt ze zich op de microvasculaire effecten van farmacologische behandelingen in hartfalen met behouden ejectiefractie. Haar doel binnen het IMPRESS consortium is om betere en minder invasieve manieren te vinden om microvasculaire aandoeningen bij vrouwen (en mannen) te diagnosticeren.
Janneke Woudstra is als arts-onderzoeker werkzaam in het Amsterdam UMC voor het IMPRESS consortium. Het AmsterdamUMC is geen onbekende plek, haar geneeskundeopleiding heeft ze hier ook gedaan. De focus van haar (promotie)onderzoek ligt op: “Niet obstructief coronairlijden en man-vrouwverschillen hierbinnen”. Dit onderzoek valt binnen werkpakket 3 van het IMPRESS consortium.
Mijn naam is Anique Dobbe en ik werk als huisarts en onderzoeker in opleiding in het UMC Utrecht. Mijn onderzoek is onderdeel van het IMPRESS consortium en ik ben erg blij dat ik hier deel van uit kan maken.
Na mijn geneeskunde opleiding in Groningen te hebben afgerond, ben ik als arts-assistent gaan werken in Utrecht. Mijn eerste baan was op de afdeling cardiologie en longgeneeskunde en dit heeft mijn interesse voor de cardiologie gewekt! Tijdens mijn werkzaamheden heb ik gemerkt hoe lastig het kan zijn om als huisarts patiënten met en zonder (acute) hartziekten te onderscheiden. Wie moet je wel of niet doorsturen?
Met mijn onderzoek hoop ik bij te dragen aan het verbeteren van de herkenning van (acute) hart- en vaatziekten in de eerste lijn. Hierbij hebben we speciale aandacht voor mogelijke man- vrouw verschillen.
Mijn onderzoek combineer ik met de opleiding tot huisarts en de master Epidemiologie aan de universiteit Utrecht.
Ik ben een enthousiaste postdoctorale onderzoeker met een passie voor het onderzoeken van de relatie tussen (geslachtsafhankelijke) ontstekingen en hart- en vaatziekten, waarvoor ik induced pluripotent stem cell (iPSC)-afgeleide modellen ontwerp en gebruik, bestaande uit cardiomyocyten, fibroblasten, endotheelcellen en monocyten.
Gesteund door persoonlijke beurzen en werkend in consortia, ben ik betrokken bij multidisciplinaire, maar multi-insitutionele werkomgevingen: Momenteel werk ik bij de Interne Geneeskunde van het Radboud UMC, het Laboratory of Experimental Cardiology & Regenerative Medicine Center van het UMC Utrecht, en bij het Charité in Berlijn, Duitsland.
Als wetenschapper ben ik een gedreven en detailgerichte teamspeler, maar ook een zelfstandige harde werker. Als supervisor geniet ik van teamwerk en het motiveren van mensen om te groeien en gemeenschappelijke doelen efficiënt te bereiken. Een van deze doelen is te onderzoeken welke mechanismen van zwangerschapsvergiftiging leiden tot een verhoogd risico op hart- en vaatziekten en hartfalen met behouden ejectiefractie (HFpEF) in vitro, aangezien deze ziekte meer/alleen bij vrouwen voorkomt en gekenmerkt wordt door chronische systemische ontsteking.
Mijn naam is Dinah van Schalkwijk en sinds een tijdje ben ik betrokken bij IMPRESS. Na mijn bachelor psychologie heb ik de 2-jarige master Medische psychologie gedaan. Als medisch psycholoog heb je kennis op het gebied van fysieke en mentale gezondheid en hoe dit elkaar beïnvloed. Na mijn master ben ik een PhD gaan doen. Als PhD onderzoeker doe ik onderzoek naar patiëntervaringen en het welzijn bij patiënten met vrouwspecifieke hart- en vaatziekten. Dit is belangrijk zodat we de zorg meer patiënt gericht kunnen maken. Binnen IMPRESS kijk ik met Anique Dobbe naar een definitie voor wanneer een hartziekte diagnose vertraagd of gemist is. Dit is belangrijk zodat de oorzaken van een gemiste of vertraagde diagnose onderzocht kunnen worden. Met Bryn Hummel kijken we naar zorgbehoeftes bij vrouwen en mannen van verschillende etnische achtergronden (Nederlands, Turks, Marokkaans, Surinaams en Ghanees) om verschillen in de zorg te verkleinen.
Dr. Carmen Erkelens is huisarts, epidemioloog en assistent professor in het UMC Utrecht.
Welkom op mijn pagina. Ik ben Diantha Schipaanboord, een promovenda werkzaam bij de afdeling Experimentele Cardiologie van het Universitair Medisch Centrum Utrecht.
Mijn doel is om te verbeteren en toe te werken naar niet-invasieve diagnose voor patiënten met aanhoudende angina pectoris zonder obstructieve coronaire hartziekte.
Momenteel werk ik aan de pilotstudie “UMCU-IMPRESS pilot”. In deze pilotstudie willen we de waarde van ECG-metingen onderzoeken bij patiënten die verdacht worden van coronaire vasculaire disfunctieEen functiestoornis van de grote en/of kleine kransslagaderen, waardoor het hart (tijdelijk) minder zuurstof krijgt Meer, en de optimale plaatsing van de lead bepalen. Mijn verantwoordelijkheid is het faciliteren van patiëntinclusie en de studiemetingen.
Met mijn onderzoek hoop ik bij te dragen aan een beter begrip van sekseverschillen bij hart- en vaatziekten en aan een betere diagnose van patiënten met angina pectoris.
Linda Modderkolk is wetenschappelijk onderzoeker aan het Radboudumc in Nijmegen op het gebied zinvolle gezondheidszorg en sekse en gender. Daarnaast is ze coach & trainer voor jonge professionals.
“Jaren begeleidde ik mensen in crisissituaties in het ziekenhuis. Daar leerde ik twee belangrijke lessen: het leven is te kort om je dromen en ambities niet serieus te nemen én elke crisis is een enorme kans voor groei. Tijdens een burn out besloot ik daarom rondom de Mont Blanc te rennen in plaats van op de bank te zitten. En daar leerde ik mijn derde les: je bent tot zoveel meer in staat dan je denkt.”
Angela Maas, MD, PhD is al meer dan 30 jaar klinisch cardioloog en heeft de afgelopen decennia een grote belangstelling ontwikkeld voor hartziekten bij vrouwen. Ze richtte in 2003 de eerste polikliniek voor vrouwen in Nederland op. Haar voornaamste interesses zijn de vroege identificatie van vrouwen met een verhoogd cardiovasculair risico en symptoomevaluatie bij vrouwen van middelbare leeftijd. Ze heeft vele onderscheidingen ontvangen zoals door het Nederlands Genootschap van Vrouwelijke Artsen (2010), de Radboud Universiteit (2014) en werd in 2017 door de Koning geridderd. Ze is momenteel een van de meest invloedrijke vrouwelijke artsen in de Nederlandse gezondheidszorg en was de 2020/2021 Vrouwenvertegenwoordiger van de Nederlandse regering bij de Verenigde Naties. Vanaf mei 2022 richt zij zich uitsluitend op onderzoeks- en adviestaken.